Gezond verstand: Waarom we niet walgen van handenschudden

De uitgestoken hand bleef maar zo’n beetje tussen ons in hangen. Sinds ik afgelopen maanden zo ongeveer alle mogelijke virussen heb opgelopen, van verkoudheidjes tot corona en buikgriep, heb ik me voorgenomen om er geen meer te schudden. In de gezondheidszorg weten ze al tijden dat deze begroetingsvorm een ongezonde uitwisseling van ziektekiemen is. Zelf probeer ik me er tegenwoordig vanaf te maken met een boks of een uitbundige zwaai.

Toch zie ik steeds meer mensen weer handen geven. Misschien uit gewoonte, misschien omdat we niet geloven dat iets wat zo vertrouwd voelt ziekmakend kan zijn. Maar gevoel wijst ons vaak de verkeerde weg. Mensen hangen neurotisch boven een openbare wc-bril en maken er daardoor juist een bende van, terwijl de kans dat je ziek wordt van zitten op een wc-bril zo ongeveer nul komma nul is. Anderzijds hebben de meesten geen enkel probleem om hun telefoon, toetsenbord of contant geld aan te raken, terwijl het veel waarschijnlijker is dat je daarmee ziektes verspreidt.

Chocoladefudge in de vorm van een drol

‘Gebruik je gezonde verstand’, wordt vaak tegen ons gezegd als we beslissingen moeten maken over hygiëne en of je iets nog op kan eten. De vraag is hoe goed we hierin zijn. Ons gezonde verstand lijkt vooral een emotionele beslisser. Hier zijn grappige onderzoeken naar gedaan door Amerikaanse psycholoog Paul Rozin. Eten dat is aangeraakt door een dode maar goed schoongemaakte kakkerlak, of chocoladefudge in de vorm van een drol: gétver. Ziek word je er niet van, maar toch moeten we er niks van hebben.

Alleen al als ik aan hem denk, trek ik onwillekeu­rig mijn neus en bovenlip op

Walging gaat verder dan eten alleen. Kleding dragen die van een moordenaar was, slapen in een bed van iemand die erin overleden is: hoe schoon ook, we gruwelen bij de gedachte. Ook bij andere mensen, opvattingen of culturen kunnen we dit voelen. Ik word nog steeds onpasselijk als ik denk aan een teamleider die ik eens had: altijd fris gedoucht, maar hij had totaal geen moreel kompas en vond het prima om te liegen voor eigen gewin. Alleen al als ik aan hem denk, trek ik onwillekeurig mijn neus en bovenlip op.

Na wat aarzeling pak ik dan toch de uitgestoken hand en geef een ferme handdruk. Als iedereen het doet kan het toch niet zo erg zijn, sust mijn gezonde verstand.

Deze column verscheen eerder in AD

Beter leren beslissen?

Tijdens mijn trainingen, workshops en lezingen ontdek je hoe denkfouten werken, waarom iedereen ze maakt en hoe je ze kan voorkomen. 

Meer lezen?

4.3/5

Hoe maak je betere beslissingen en minder denkfouten? Een toegankelijke en praktische gids.

Lees meer columns over denkfouten: