‘Zit jij hier vandaag? Ik zit hier verderop altijd en heb veel online overleggen, dus daar heb je dan wel last van.’ De man hangt wat intimiderend over het bureau dat ik heb gehuurd op een flexplek. Ik mompel iets over dat ik het wel wil proberen als hij naar zijn oren wijst en zegt: ‘Wat zeg je? Ik ben een beetje doof!’
Mooi is dat. Een beetje doof zijn en veel praten, dat belooft weinig goeds. Daarnaast heeft hij zijn flexplek ingericht met zijn eigen beeldscherm dat hij uit een kast haalt. Het ziet ernaar uit dat hij dit stuk kantoor ziet als zijn territorium en mij als een ongewenste indringer.
Handdoek over een strandbed
We doen nog net geen plasjes over ons bureau, maar wij mensen hebben wel degelijk last van territoriumdrift. We hebben namelijk graag controle over onze omgeving, dat stelt ons gerust. Een stukje van de ruimte toe-eigenen geeft die controle. Zoals badgasten hun handdoek over een strandbed gooien, zo proppen we ons bureau vol met persoonlijke prullaria: ‘hier zit ik’.
Controle willen over de ruimte is ook de reden dat maar weinig mensen graag dichtbij het koffieapparaat zitten. Niet alleen word je daar ongewild overladen met prietpraat, je hebt ook weinig controle over wie er allemaal in jouw territorium zijn. Liever kiezen we een stil hoekje ergens achterin.
De ruimte is van niemand, dus zijn we gedoemd om ons de hele dag een beetje ongemakkelijk te voelen
Precies de reden waarom die man waarschijnlijk zo’n problemen had met mijn aanwezigheid. Hij had een verlaten hoek gekozen om zijn kamp op te zetten, maar kon niet voorkomen dat ik – zonder overleg – had besloten om een dag in zijn territorium te zitten. Het leed dat flexwerkplek heet. De ruimte is van niemand, dus zijn we gedoemd om ons de hele dag een beetje ongemakkelijk te voelen.
De derde optie
Wanneer ons territorium bedreigd wordt, kunnen we een aantal dingen doen. Erop losslaan bijvoorbeeld, maar daar vinden mensen wat van. Mijn kantoorgenoot koos daarom slim voor passief-agressieve bedreigingen. Ik had vervolgens de neiging om juist heel nadrukkelijk mijn plek bezet te houden. Dat doen we ook wel eens als we zien dat mensen enorm zitten te azen op ons tafeltje op het terras of onze parkeerplek. Dan hebben we ineens álle tijd. Maar uiteindelijk koos ik voor de derde optie: vluchten.