Persoonlijke ruimte: hoe dichtbij mogen collega’s komen?

Nog een paar dagen en dan mogen we weer lekker dicht op elkaar staan. Vraag is alleen of we wel willen dat mensen dichterbij komen dan 1,5 meter. Ik weet niet hoe dat bij jou zit, maar ik heb helemaal niet gemist dat vage collega’s in mijn nek hijgen bij het koffieapparaat, of dat grote mannen in de trein een deel van mijn stoel inpikken omdat ze zo nodig hun benen moeten kunnen spreiden.

We vinden het soms prettiger als mensen uit onze persoonlijke ruimte blijven, ontdekte cultuurantropoloog Edward Hall in de jaren 60. Hij bracht uitgebreid in kaart hoeveel afstand we in het Westen graag houden. Je partner, gezinsleden en huisdieren mogen heel dichtbij komen, wel binnen een armlengte. 

Vrienden, goede collega’s en bekenden mogen in een cirkel van een halve tot een meter om ons heen komen. Onbekenden en mensen die we nog niet goed kennen houden we liever een meter tot vier meter van ons vandaan. Bij een praatje hebben we het publiek liefst op vier meter afstand of verder.

Saai dansje

De afstanden die Hall noteerde zijn niet in beton gegoten. Er zijn grote verschillen tussen mensen en situaties. Op kantoor vinden we het niet prettig om zij aan zij te zitten met een collega, maar in een congreszaal is dat prima. Angstige en verlegen mensen houden graag wat meer afstand. Zelf ben ik graag onder de mensen, maar ook ik hou van nét wat meer afstand. Regelmatig doe ik een saai dansje als ik met iemand sta te praten: stapje naar achter, stapje naar achter, stapje naar achter.

Komen mensen ongewenst in onze persoonlij­ke ruimte dan geeft dat een ongemakke­lijk gevoel, of zelfs gevoelens van irritatie, walging en opgesloten zijn

Komen mensen ongewenst in onze persoonlijke ruimte dan geeft dat een ongemakkelijk gevoel, of zelfs gevoelens van irritatie, walging en opgesloten zijn. Of we willen of niet, ons zenuwstelsel voelt zich bedreigd en zet ons lichaam klaar om te vechten of te vluchten. Toch ontstaan er zelden knokpartijen in de lift. Staan we ongewild samengepakt dan vermijden we oogcontact en staren we naar het plafond of onze telefoon. Alles om de spanningen niet onnodig te laten oplopen.

Hopelijk krijgen we de komende tijd meer oog voor wat de ander prettig vindt. Sta je tijdens een gesprek ineens aan de andere kant van de ruimte? Dan ben je te dichtbij gekomen.

Deze column verscheen eerder in AD

Beter leren beslissen?

Tijdens mijn trainingen, workshops en lezingen ontdek je hoe denkfouten werken, waarom iedereen ze maakt en hoe je ze kan voorkomen. 

Meer lezen?

4.3/5

Hoe maak je betere beslissingen en minder denkfouten? Een toegankelijke en praktische gids.

Lees meer columns over denkfouten: