Descriptieve norm: Zo laat je het kuddegedrag van collega’s in je voordeel werken

Neuropsycholoog Chantal van der Leest bekijkt onze gedragingen op de werkvloer: wie of wat bepaalt onze dagelijkse beslissingen? Vandaag: gebruikmaken van kuddegedrag

De eerste dag van een nieuwe collega is het ideale moment om hem of haar even de mores van de afdeling bij te brengen. ‘De koffie in de kantine is het lekkerst’, ‘De printer van de tweede moet je niet gebruiken’ of ‘Degene die het laatste koekje opeet, moet zorgen voor nieuwe’.

Iedereen is gevoelig voor dit soort algemeen geldende regels. Als we niet precies weten wat we moeten doen, dan kijken we graag naar wat anderen doen. Vooral de mensen waarop we lijken. Zelf kwam ik een keer binnen in een bedrijf waar de heersende norm was dat alle medewerkers bij de lunch soep aten. In het jaarverslag stond zelfs een keurige infographic met het aantal gegeten koppen soep van dat jaar.

Braaf in de rij

Wat als gevolg had dat ik ook elke dag braaf een kop naar binnen slobberde. Een dagje overslaan was er niet bij. ,,Geen soep?!”, gilde de kantinejuf naar mij over de hoofden van de kudde collega’s die braaf in de rij stonden. ,,Doe toch maar wel”, besloot ik dan haastig. Stel je voor zeg, je wilt toch niet buiten de groep vallen.

Dat wat iedereen doet, de zogeheten descriptieve norm, is reuzehandig om mensen te overtuigen, zo weet psycholoog Robert Cialdini. Als je weet dat mensen graag het voorbeeld volgen van anderen die op hen lijken, dan kun je dat gebruiken.

Zit je bijvoorbeeld in de personeelsvereniging en wil je graag dat iedereen naar je borrel komt, maar vallen de aanmeldingen een beetje tegen? Zet dan niet in een mail naar het hele bedrijf: ‘Nog bijna niemand heeft zich aangemeld’. Dan lijkt het alsof de massa niet naar de borrel gaat en dat heeft een aanzuigende werking. Herinner je collega’s simpelweg nog een keer: ‘Vergeet je niet aan te melden!’

Vaat opruimen

Wil je dat je collega’s hun vaat opruimen of het licht uitdoen, dan kun je een briefje ophangen met: ‘9 van de 10 werknemers laten de pantry schoon achter’ of ‘85 procent van je collega’s doet het licht uit als hij gaat, jij ook?’.

Overigens werkt dit niet bij iedereen. Mensen die hun collega’s stom vinden en er absoluut niet bij willen horen, zullen hierdoor juist het licht aan laten en hun vaat laten slingeren. En het laatste koekje eten ze zonder schroom op.

Deze column verscheen eerder in AD

Beter leren beslissen?

Tijdens mijn trainingen, workshops en lezingen ontdek je hoe denkfouten werken, waarom iedereen ze maakt en hoe je ze kan voorkomen. 

Meer lezen?

4.3/5

Hoe maak je betere beslissingen en minder denkfouten? Een toegankelijke en praktische gids.

Lees meer columns over denkfouten: