Expedient escape: waarom onze manier van kritiek geven niet werkt

Kritiek krijgen is nooit leuk. Ook niet als het opbouwend is. Vast herkenbaar voor iedereen die weleens opbouwende kritiek heeft gegeven of gekregen. De zender geeft zorgvuldig feedback en de ontvangende partij begint meteen te sputteren. ‘Niet mijn schuld, helemaal niet belangrijk en wie zegt dit dan?’

Spraakwaterval

Vorige week betaalde ik experts om feedback te geven op mijn presentatiekunsten. Waar ik volgens hen aan kon werken was mijn spraakwaterval en de opbouw van mijn verhaal. Op zich hadden ze wel een punt, maar toch voelde ik weerstand. Ik praat nou eenmaal snel, kan dat dan niet mijn handelskenmerk worden? En wat weten mijn cursusleiders nou van denkfouten. Laat hen er dan een lekker verhaal van maken als ze denken dat dat zo makkelijk is.

We denken graag positief over onszelf en kritiek ondermijnt dit goede gevoel. Vandaar dat we onszelf een expedient escape gunnen: we verzinnen goede redenen om te ontsnappen aan de kritiek.

Je zou denken dat iemand die echt slecht is in zijn vak eerder kritiek aanneemt, maar het blijkt precies andersom. Hoe slechter iemand presteert, hoe sterker dit effect van expedient escape is en hoe grover zijn afweergeschut. Niet verwonderlijk dus dat bij een gemiddelde talentenjacht op televisie de minst getalenteerden de jury het meest in twijfel trekken.

Om weerstand te voorkomen, geven we vaak feedback in een complimentensandwich. Je begint met een compliment, belegt het met een venijnig plakje kritiek en dekt het geheel weer toe met een compliment. Prettig voor zowel de gever als de ontvanger. Maar ook totaal nutteloos. Met zo’n complimentensandwich geef je de ontvanger namelijk een heel makkelijke expedient escape. Er gaat zóveel goed, ik hou éven mijn vingers in de oren bij het kritiekstukje.

Een complimen­tens­and­wich is prettig voor zowel de gever als de ontvanger. Maar ook totaal nutteloos

Groeiplan

Hoe krijg je iemand dan aan zijn verstand gepeuterd dat hij misschien moet werken aan zijn zwakke vaardigheden? Geef geen kritiek, maar bedenk samen een groeiplan. Vraag de ander: wat zou iemand in jouw functie goed moeten kunnen? Maak samen een lijst met vaardigheden. Vraag vervolgens: wanneer jij je verder zou willen ontwikkelen in deze vaardigheden, welke stappen zou je dan kunnen nemen?

Zelf lees ik nu elke dag vijf minuten op rustig tempo mijn kat voor. Gaat dat goed, dan mag ik mijn nieuwe spreeksnelheid op echte mensen uitproberen.

Deze column verscheen eerder in AD

Beter leren beslissen?

Tijdens mijn trainingen, workshops en lezingen ontdek je hoe denkfouten werken, waarom iedereen ze maakt en hoe je ze kan voorkomen. 

Meer lezen?

4.3/5

Hoe maak je betere beslissingen en minder denkfouten? Een toegankelijke en praktische gids.

Lees meer columns over denkfouten: