Sneller-is-langzamer-effect: Waarom voordringen zorgt dat iedereen langzamer gaat

Laatst ging ik sinds tijden weer met de trein en dat was een verademing. Iedereen houdt wat afstand. Heel anders dan mijn treinreizen pre-corona. Elke ochtend werd ik met duizenden anderen op het perron van Amsterdam CS geduwd, als opgedroogde stopverf uit een tube. Bij de roltrappen werd je opzij geduwd door voordringers. Het duurde een eeuwigheid voor je buiten stond.

Pak vlokken

We deden het ook helemaal verkeerd, zo blijkt uit computermodellen van de Duitse wiskundige socioloog Dirk Helbing die mensenmassa’s nabootsen. Wanneer je elkaar geen ruimte geeft bij smalle doorgangen zoals treindeuren en roltrappen, dan is er totaal geen doorstroom meer. Zoals vlokken die met z’n allen voor het boterhamvormige gat gepropt zitten als je het pak ondersteboven houdt. Schud je een beetje, dan krijgen de individuele vlokken weer ruimte en kunnen ze vlot de verpakking uit.

Voorkom dit sneller-is-langzamer-effect en houd afstand, is Helbings belangrijkste boodschap dan ook. Ook in het verkeer. Bumperkleven brengt je niet sneller thuis, juist niet. Okay, maar van rijlaan wisselen dan? Nee helaas, ook al dat in- en uitvoegen levert niks op, behalve nog meer vertraging, blijkt uit onderzoek. Als iedereen probeert twee keer zo snel vooruit te komen, gaan we met z’n allen twee keer zo langzaam. Beter ga je op hetzelfde tempo als de groep, in plaats van die stroom te verstoren. Samen ga je het snelst.

Harder rennen dan de rest

Terwijl ik samen met mijn medepassagiers vlotjes het station verlaat, vraag ik me af of carrièremaken niet werkt volgens hetzelfde principe. Als starter probeerde ik harder te rennen dan de rest. Ik wist waar ik naartoe wilde en probeerde daar zo snel mogelijk naartoe te gaan, tegen alle stromingen in. Ik kwam wel vooruit, maar werd ook erg moe en mensen werden geïrriteerd van mijn geduw en getrek. 

Tegenwoordig maak ik veel meer gebruik van de kracht van de massa. Ik heb wel enigszins een idee waar ik heen wil en als ik zie dat mensen toevallig die kant op gaan, dan kijk ik of ik met ze mee kan lopen. Een beetje als toen ik nog een oud dieseltje reed en geduldig rechts bleef plakken in de file. Uiteindelijk was ik net zo snel bij mijn afrit als de chauffeurs die slim dachten te zijn.

Deze column verscheen eerder in AD

Beter leren beslissen?

Tijdens mijn trainingen, workshops en lezingen ontdek je hoe denkfouten werken, waarom iedereen ze maakt en hoe je ze kan voorkomen. 

Meer lezen?

4.3/5

Hoe maak je betere beslissingen en minder denkfouten? Een toegankelijke en praktische gids.

Lees meer columns over denkfouten: