Laatst vond ik toevallig wat oude foto’s van mijn mentor van de middelbare school op Facebook. Het was een vrolijke Frans met een soort van huppel in zijn pas. De beste man is al een behoorlijke tijd terug overleden en nog steeds heb ik spijt dat ik hem nooit heb verteld hoeveel ik heb gehad aan zijn adviezen. Hij wuifde de donkere wolken in mijn getroebleerde puberjaren weg en wist me met veel goede argumenten te overtuigen dat ik psychologie moest gaan studeren.
Tenminste, dat is wat ik me herinner. Maar het kan zijn dat mijn eigen brein me voor het lapje houdt. Dat hij ook heeft gezegd dat Nederlands ook een prima studie zou zijn of dat ik met psychologie nooit een baan zou vinden. Wat ook waar bleek te zijn. Misschien dat ik dat voor het gemak gewoon even vergeten ben.
Whiteboard
Wij mensen hebben zo’n hekel aan spijt en verkeerde keuzes maken, dat we achteraf niet meer kunnen herinneren wat er niet goed zou zijn aan onze keuze. We zien ons geheugen vaak als een soort videorecorder die objectief ons leven vastlegt. Maar het lijkt meer op een whiteboard waarop je steeds schrijft en je met je mouw per ongeluk aantekeningen wegveegt, de stift opraakt en je oude aantekeningen niet meer goed kan lezen. Onze herinneringen zijn niet te vertrouwen.
Er zijn allerlei manieren waarop ons geheugen een loopje met ons neemt. We vergeten niet alleen alle nadelen van onze keuze, maar hebben ook herinneringen aan argumenten die helemaal niet zijn genoemd of die bij een andere keuze hoorden. Verkeerd, maar heel geruststellend als je de knoop eenmaal hebt doorgehakt.
We vergeten niet alleen alle nadelen van onze keuze, maar hebben ook herinneringen aan argumenten die helemaal niet zijn genoemd
Zelf kiezen
Ondertussen ben ik zelf zo oud als mijn mentor was toen ik als brugsmurf voor het eerst zijn lokaal betrad. Toch voel ik me lang niet zo wijs wanneer scholieren me wel eens vragen of ze met me mogen praten over hun studiekeuze. Ik heb geen idee, maar doe gewoon wat mijn mentor waarschijnlijk ook deed. Goed luisteren en begripvol zijn. Uiteindelijk moeten ze zelf kiezen. Gelukkig kan ik er op rekenen dat al deze jonge mensen achteraf zullen geloven dat ze de juiste keuze hebben gemaakt. En misschien zelfs wel herinneren dat ik goede adviezen gaf.